maandag 5 september 2011

Tien jaar later

Ik geloofde heilig in Stanley Kubrick. Vanaf het moment dat ik bij zinnen was (rond de opkomst van de Fresh Prince of Bel-Air) wachtte ik op het jaar 2001. Er werd mij voorgehouden dat we tegen die tijd een hypermodern en technologisch geavanceerd tijdperk zouden ingaan. Inclusief vliegende auto’s. HAL 9000 zou korte metten maken met iedereen. Het tegenovergestelde bleek waar. Vlak voor het allereerste Oud en Nieuw waarbij ik officieel alcohol mocht drinken werd er nog paniek gezaaid met de lange adem van het Y2K virus. Als zelfs mijn pentium 2 niet opgewassen is tegen zoiets simpels als het verstrijken van de tijd, hoe kan het rode lampje uit 2001: A Space Odyssey dan ooit zelfbewust worden?


Nadat mijn eerste Oud en Nieuw-kater mijn hoofd langzaam verliet, kwam het besef van de cafébrand in Volendam. Dit was lang voordat Jan Smit, Nick en Simon en al die anderen niet noemenswaardige volkszangers furore maakten met hun talenten. Volendam kende ik alleen als het dorpje waar Japanners graag heen gingen.

Het jaar begon met een nationaal drama. Mijn medeleven ging uit naar al die feestgangers die het er niet heelhuids vanaf hebben gebracht. Er is altijd een schokkende gebeurtenis nodig voor er een discussie op gang komt. Ditmaal ging de discussie over veiligheid in het uitgaansleven.

Een aantal weken later kwam er een kleine man met een bekende achternaam aan de macht. Vanaf het eerste moment blonk George W. Bush al uit in het creatief gebruik maken van de Engels taal. Bushism was geboren. Mijn favoriet:

"Rarely is the question asked: Is our children learning?"


Verdere hoogte- en dieptepunten in dat jaar:
De MKZ crisis
Het eerste homohuwelijk van Nederland
Een royale familieslachting in Nepal
Het einde van Herman Brood

Toen kwam 11 september. Ik fietste in alle rust van school naar huis en eenmaal thuis trof ik mijn moeder met een bleek gezicht en rood doorlopen ogen aan. Ik verwachtte het ergste, misschien een familiedrama? Al gauw bleek dat het drama zich op een veel globaler schaal had afgespeeld.

Ik ging naast mijn moeder zitten, sloeg een arm om haar heen en samen keken we naar de televisie. De eerste toren was zojuist geramd door een vliegtuig. Als iemand mij dit had verteld had ik hem niet geloofd. Als zestienjarig stoertje voelde ik me het onkwetsbare mannetje. Niet op die dag. Niet toen het veiligste en machtigste land op aarde in het hart gestoken werd.

Niet veel later waren mijn moeder en ik getuige van wat leek op een exacte kopie. Een tweede vliegtuig vloog recht in de tweede toren. We zagen het gebeuren, brand, kantoorclerks die uit ramen sprongen, moedige brandweermannen, verbijsterde en verslagen gezichten, schreeuwende mensen en heel veel terreur. Wij zaten allang niet meer op de bank. Wij waren ook in New York.

Door die middag, door die aanslagen, zou de wereld veranderen. Dat wisten wij destijds niet en het enige wat mij bezig hield was het welzijn van de New Yorkers. Al gauw werd er een vermoedelijke dader gevonden. Osama Bin Laden zou er achter zitten. Door deze verdachtmaking is de hele verhouding tussen de Westerse samenlevingen en de Islam teruggeworpen naar de middeleeuwen.


Het is alweer een decennium geleden. Tien lange jaren die eigenlijk helemaal geen invloed hebben gehad op mijn herinneringen aan 11 september 2001. Het voelt als de dag van gister en misschien was het ook wel gisteren. Nog steeds voel je de naschokken van de aanvallen op de Twin Towers. Het resoneert door in de collectieve geest van onze samenleving, van de militaire aanwezigheid in het Midden-Oosten en eens in de zoveel tijd als er weer een zogenaamde terroristische dreiging in Nederland is.

Er is nu al een generatie scholieren opgestaan die 9/11 niet bewust hebben meegemaakt en alleen de verhalen kennen. Voor onder andere die kids heeft de National Geographic Channel deze week een 9/11 themaweek. Zeker de moeite waard. Nu rest mij de vraag, waar was jij die dag en wat herinner jij er nog van?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten